Tjitte Jzn Brouwer overleden
Op 74-jarige leeftijd is afgelopen maandag 10 oktober in Lemmer oud-skûtsjeschipper Tjitte Jnz Brouwer overleden. Hij was schipper op het Langweerder skûtsje van 1991 tot en met 1999. Brouwer was al geruime tijd ziek.
Tjitte Jzn Brouwer aan het helmhout van het Langweerder skûtsje in 1999
Brouwer komt uit een geslacht van skûtsjeschippers. Pake Tjitte was als zetschipper op ‘De Jonge Jan’ van Jan Sijtema in 1952 en 1953 SKS-kampioen. Heit Jan Brouwer voer vele jaren als schipper in de SKS op zijn eigen skûtsje, de ‘Hoop doet Leven’. Met dat skûtsje was Jan Brouwer de laatste onder zeil werkende skûtsjeschipper in Fryslân. Later werd hij brugwachter, onder andere op Spannenburg.
Zoon Tjitte werkte op de waterzuiveringsinstallatie van Lemmer. Hij begon zijn skûtsjecarrière als bemanningslid bij zijn heit op de ‘Hoop doet Leven’. Daarna zeilde hij op Earnewâld met Jaap Zwerver als schipper en later met schipper Hidzer Meeter. Vervolgens werd Brouwer bemanningslid bij schipper Jelle Reijenga op het Lemster skûtsje. Ook zeilde hij nog bij zijn neef en naamgenoot Tjitte Brouwer op het Heerenveenster skûtsje. In 1991 werd hij door de eigenarencommissie gevraagd om schipper te worden in Langweer.
Het Langweerder skûtsje, toen de ‘Grutte Griene’ van UIbe Zwaga, bleek in die periode geen hoogvlieger, dus Brouwer raakte elke keer in de staart van het klassement. Hij wist toch twee ereplaatsen te behalen, waarvan de mooiste zijn overwinning in 1997 in Earnewâld was. Maar Brouwer, altijd de bescheidenheid zelve, relativeerde dat onmiddellijk, want ‘it wie gelokssilen’. Er stond die wedstrijddag vrijwel geen wind.
Tjitte Brouwer was een rustige, sympathieke man, die veel plezier had om samen met een leuke ploeg Langweerders de skûtsjetraditie van zijn familie in stand te houden. Na zijn schipperscarrière was hij lid van de Commissie 2000. Bij zijn afscheid in 2010 werd Tjitte Brouwer benoemd tot Lid van verdienste van de SKS.
De SKS condoleert familie en naasten en wenst hen veel sterkte toe.
Archieffoto: Martin de Jong