Uitspraak van de Zeilraad van de SKS

UITSPRAAK VAN DE ZEILRAAD VAN DE SKS

In het hoger beroep van de schipper van het skûtsje van Sneek, de Sneker Pan, tegen de uitspraak van de jury d.d. 10 augustus 2024 betreffende de wedstrijd op Stavoren, dezelfde dag.

 

DE PROCEDURE

De schipper van de Sneker Pan heeft, via zijn gemachtigde, tijdig en voorzien van grieven en betaling van de geldende waarborgsom hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de jury. In die uitspraak werd het protest van Sneek tegen het skûtsje van Drachten afgewezen.

 

VASTSTAANDE FEITEN

Voor de zeilraad staat vast dat beide skûtsjes, op ruimere koers varende naar de ton bij de wal, met elkaar in aanvaring zijn gekomen. Daarbij is de opsteker van het Sneker skûtsje zodanig beschadigd, dat de fok moest worden gestreken en Sneek uiteindelijk met averij ook de wedstrijd heeft verlaten.

 

UITSPRAAK VAN DE JURY

De jury heeft op het formulier vermeld dat het protest van Sneek moet worden afgewezen.

 

STANDPUNT VAN SNEEK IN HOGER BEROEP

Sneek stelt in een uitgebreide toelichting en namens Sneek door bemanningslid Sjoerd Hofland ingediend in het hoger beroep, dat van een eerlijke behandeling van het protest geen sprake is geweest. Een door Sneek meegenomen getuige van het skûtsje van Lemmer, Jasper Visser, werd door de jury niet gehoord: zijn naam stond niet op het protestformulier vermeld, wel zijn telefoonnummer, maar namens Sneek werd in de protestkamer de naam van Jasper Visser alsnog opgegeven.

Later mocht deze getuige Jasper Visser op aandringen van Sneek nog wel even naar de jury, maar zijn inhoudelijke verklaring kon hij niet geven omdat, zo stelt Sneek, zijn naam niet op het formulier stond vermeld. En daarmee kon hij geen getuigenverklaring inleveren.

Sneek voert verder aan dat de behandeling van dit protest, maar ook van de vele andere protesten, chaotisch verliep. Zozeer, dat het soms niet eens duidelijk was of iemand als getuige in een ander protest, of als indiener van het eigen protest aan het woord kwam.

De gemachtigde van Sneek stelt dat hem maar één vraag is gesteld en dat hij niet in de gelegenheid is gesteld de meegenomen beelden van de Omrop te tonen. De schipper van Drachten mocht dat wel, maar dan weer niet in aanwezigheid van Sneek. Later kreeg Sneek de beelden te zien die Drachten aan de jury had mogen tonen, maar die beelden gaven volgens Sneek niet de protestsituatie weer.

Er is volgens Sneek dus geen enkele wijze van hoor-wederhoor geweest.

 

STANDPUNT ZEILRAAD

De Zeilraad heeft in een eerdere recente uitspraak, uitgesproken in Langweer op het protest van Earnewâld tegen Akkrum betreffende de wedstrijd bij Grou, herhaald dat alleen de jury gaat over de vaststelling van de feiten. Daar heeft de Zeilraad zich aan te conformeren. Zo zijn de regels.

Maar de Zeilraad heeft daarbij ook gesteld dat dit een zware verantwoordelijkheid legt bij de jury, zowel voor wat betreft de procedure van het behandelen van de protesten, alsook bij het beschrijven en motiveren van de beslissing. Bij de behandeling van een protest mag geen sprake zijn van tijdsdruk, iedereen moet de gelegenheid hebben om naar voren te brengen wat gezegd moet worden. Het feit dat er veel protesten zijn, zoals bij Stavoren, maakt dat niet anders. Het wedstrijdreglement geeft immers alleen strikte eisen over de termijn waarbinnen een protest moet zijn ingediend, maar niet wanneer een jury die moet behandelen of wanneer de uitspraak er moet zijn. Sterker: juist de laatste jaren maakt de jury in toenemende mate gebruik van de mogelijkheid om pas een paar dagen later uitspraak te doen. Ook in Stavoren bij de andere protesten: die uitspraken volgden twee dagen later.

In artikel 20.6 van het Wedstrijdreglement staat waaraan een geldig protest moet voldoen. En daar is ook beschreven dat het protestformulier de naam van een eventuele getuige moet bevatten en dat is iemand/personen die niet bij het conflict zijn betrokken. In dat opzicht was het protest van Sneek wellicht niet volledig, omdat wel het 06-nr van de getuige was vermeld, maar niet zijn naam. Maar volgens Sneek is dat nog voor de behandeling van zijn protest bij de jury mondeling hersteld.

Maar ook al zou het onvolledig zijn, dan gebiedt artikel 20.7 dat een jury, als die constateert dat niet aan alle vereisten is voldaan, de indiener alsnog de kans krijgt het aan te vullen. Maar dat had Sneek al gedaan.

Een zorgvuldige en rechtsgeldige behandeling van een protest vereist inspanning en zorgvuldigheid van de jury maar ook van de indieners/schippers. De zeilraad constateert dat de kwaliteit, volledigheid en zorgvuldigheid van de ingediende protestformulieren te wensen overlaat. Dat behoeft absoluut verbetering. Daarvoor is een protest te belangrijk en van een jury kun je niet verwachten dat die alles dan maar weer herstelt. Bovendien komt het een goede protestbehandeling niet ten goede als formulieren incompleet of slordig zijn ingevuld.

Daarnaast merkt de Zeilraad op dat voor een zorgvuldige en rechtsgeldige behandeling het belangrijk is dat een indiener zijn verhaal kan doen, alle argumenten moet kunnen aanvoeren, moet kunnen reageren op hetgeen de andere partij aanvoert en bewijsmiddelen zoals beelden moet kunnen inbrengen die zijn standpunt onderbouwen.

Ook een beslissing van de jury moet helder, begrijpelijk en inzichtelijk zijn. In onze eerder aangehaalde beslissing hebben wij dat ook benadrukt.

Kort gezegd zou een goede uitspraak de volgende aspecten in zich moeten hebben:

  1. Is het protest op de juiste wijze ingediend, is aan de voorwaarden voldaan?
  2. Wat zijn de standpunten van de verschillende partijen? Met schetsen (van beide partijen), eventuele getuigen en op welke artikelen baseren zij hun protest of verweer?
  3. Wat zijn voor de jury de vaststaande feiten? Met schets en benoemen van de gebruikte en ook terzijde geschoven bewijsmiddelen.
  4. Welke artikelen van het Wedstrijdreglement zijn vervolgens van toepassing?
  5. Wat is het oordeel van de jury?

De Zeilraad is van oordeel dat de beslissing van de jury op dit onderdeel niet duidelijk en niet compleet is. Ter onderbouwing van dat oordeel het navolgende.

De jury beschrijft onder het kopje Vastgestelde feiten, eerst wat Sneek heeft aangevoerd, dan wat Drachten stelt als feiten en komt dan in de laatste zin zonder motivering tot het oordeel dat het protest van Sneek moet worden afgewezen. Zonder schets wat volgens de jury de weergave is van de feiten, zonder overzicht welke bewijsmiddelen de jury heeft gebruikt en zelfs zonder het aanhalen van de artikelen die volgens de jury van toepassing zijn. Op deze wijze is de jury-uitspraak voor partijen ook niet te volgen, laat staan te controleren. En dat geldt ook voor de Zeilraad.

De Zeilraad is dus van oordeel dat deze beslissing niet echt inzichtelijk is.

Ook het oordeel van de jury dat de getuigenverklaring van Jasper Visser niet kan worden meegenomen in verband met strijdigheid artikel 20.6 is onjuist: het daaropvolgende artikel 20.7 is daar duidelijk over: indiener moet de kans krijgen het aan te vullen of te herstellen. Zeker omdat de verklaring van een getuige essentieel kan zijn voor het vaststellen van de feiten.

De Zeilraad besluit dus dat de wijze waarop de beslissing van de jury is weergegeven, onvolledig en niet inzichtelijk is. Maar anders dan bij het protest in de wedstrijd bij Grou, waar de uitspraak ook incompleet was, zal de Zeilraad in dit geval niet vragen om nadere inlichtingen als bedoeld in artikel 22.1. Omdat het al op een ander aspect strandt.

BEHANDELING VAN HET PROTEST

Sneek is in het hoger beroep kritisch over de wijze waarop de jury het hoger beroep heeft behandeld. De Zeilraad was na het ontvangen van de stukken het hoger beroep van gedachten dat deze argumenten van Sneek bij de jury wel bekend zou zijn. Dat het voor hen geen nieuws was. En om die reden heeft de Zeilraad bij de jury ook niet gevraagd om te reageren op hetgeen Sneek naar voren heeft gebracht.

In de afgelopen dagen werd ons duidelijk dat de jury onaangenaam geraakt is door de verwijten van Sneek en dat zij het er ook absoluut niet mee eens zijn. En ook dat zij teleurgesteld zijn in de Zeilraad dat niet werd gevraagd om een reactie. De Zeilraad snapt dat laatste.  Nog los van het feit dat artikel 22.1 slaat op een andere situatie (vragen over de feiten) en de jury ook niet zelf ons heeft benaderd met een reactie, dit had anders gemoeten en daar biedt de Zeilraad richting de jury haar excuses voor aan. Ook hier past hoor en wederhoor.

In de reactie van de jury die de Zeilraad dinsdag ontving wordt gesteld dat er weldegelijk een zorgvuldige protestbehandeling is geweest. Sneek kreeg alle ruimte om te reageren, beelden van de Omrop waren niet relevant en op het laatst kreeg de vertegenwoordiger van Sneek nog de kans te zeggen wat hij wilde. Wat betreft de getuige: het formulier was gewoon incompleet en Sneek vulde dat ook niet aan.

 

Oordeel over de protestbehandeling.

Feit is dat de jury en Sneek radicaal tegenover elkaar staan hoe het protest in de protestkamer is behandeld. Op zich is dat al betreurenswaardig: wat de jury ook besluit en ook al is dat voor een schipper negatief (dat hoort er bij), de indruk niet te zijn gehoord is jammer.

Wij waren er niet bij. Moeten het doen met wat wij op papier ontvangen. En we hebben daarbij vervolgens gekeken naar de uitspraak: geeft die uitsluitsel wat er is aangevoerd, wat als bewijs is gebruikt, hoe gereageerd is op verweren. En, zoals hierboven al aangevoerd, die duidelijkheid geeft de uitspraak niet. Die is erg kort: protest afgewezen, getuige uitgesloten. En dat brengt de Zeilraad in deze casus bij de vraag of er wel een inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden die recht doet aan alle betrokkenen.

Wij realiseren ons terdege dat de uitspraken die een Zeilraad kan doen zijn: bekrachtigen, wijzigen (bv op details, artikelen) of vernietigen. Dit staat genoemd in artikel 22.2 van het Wedstrijdreglement.

Maar dat alles geldt als er sprake is geweest van een geldig protest, een goede behandeling van het protest en daarna de uitspraak van de jury. In deze casus is de Zeilraad dus van oordeel er niet volledig van overtuigd te zijn dat die rechtmatige en volledig inhoudelijke protestbehandeling er is geweest.

De conclusie kan naar ons oordeel geen andere zijn dan dat het tijdig ingediende protest van Sneek dus nog steeds niet is afgedaan. En dat daarop na behandeling alsnog op moeten worden beslist. Wat de uitkomst dan ook zal zijn en wie er gelijk krijgt: Sneek of Drachten. Dat is aan de jury.

 

BESLISSING VAN DE ZEILRAAD

De Zeilraad oordeelt dat de behandeling van het protest van Sneek niet aantoonbaar op een juiste, volledige en rechtmatige wijze heeft plaatsgevonden, de behandeling opnieuw moet plaatsvinden waarna een jury-uitspraak zal volgen.

Uitgesproken te Lemmer op 14 augustus 2024.

 

De Zeilraad: Piet Boelsma, Peter de Jong en Oebele Brouwer