Opnieuw Heerenveen winnaar
Bomen zijn mooi, maar niet altijd…
Earnewâld 15 juli 2008 – De schippers zullen zeker een zucht van verlichting geslaakt hebben toen gistermiddag voor hen het finishschot klonk. Ruim twee uren knokken tegen een stevige wind, laveren in een smalle sloot waarbij je een eigen koers nauwelijks kunt aanhouden omdat je steeds moet wijken voor een ander. En dat terwijl de boompartijen bovendien voor rare windschiftingen zorgen.
Maar ja, dat is ook de charme van Earnewâld waar in vroeger tijden veel schippers de tijd doorbrachten dat ze bij de boeren geen vracht konden krijgen. In het smûkskaadzjend beamkegrien is het skûtsjesilen mede groot geworden.
Vele honderden toeschouwers zagen om tien over twee de 14 van wal steken, letterlijk want ook in Earnewâld is er een start van het nummer. Maar honderden anderen moesten zich vermaken met de muzikanten op het terras van Princenhof, want de schepen konden wederom niet door de Ulekrite en dus was een deel van de route onbevaarbaar.
Het werd dan ook een wedstrijd die bestond uit een halfwinds rak over de Sânemar, een kruisrak in de Folkertsleat, dan nog ruimwinds over de Sanêmar en een aan de winds rak in de Langesleat (in één slag te bezeilen).
In de eerste route fungeerde die Folkertsleat als de bekende scherprechter die direct een kopgroep samenstelde en een peloton volgers. Die kopgroep omvatte de vijf van de hoogste nummers gestarte schepen Grou, Heerenveen, Bolsward, Sneek en Leeuwarden. Dan kwam er een behoorlijk gat en vervolgens de rest van het veld.
Binnen no time had Pieter Brouwer de kop gepakt, Douwe Visser had het zwaar in de vlagen en viel steeds verder terug. Verrassend kwam Pieter Meeter met Bolsward naar voren. Sneek zakte even terug naar vijf, maar ging toen in de aanval.
Eerst werd Leeuwarden terug verwezen, maar Jappie Meeter kwam terug. In de laatste route naar de finishbordjes viel de bijl. Sneek stuurde knap in een vlaag op en gooide vervolgens een smak vuile wind in de fok van Leeuwarden. Het scheelde net genoeg om de derde plaats te pakken.
Knap was ook het zeilen van Woudsender Ype van der Meulen. Hij vertrok als nummer 14 en stoomde steeds verder naar voren. Na vier ronden was hij op de zesde plaats te vinden en dat betekende dat hij in het finishgebied Grou ook nog achter zich kon krijgen. Grou moest naar 1 en toen het schot voor de W viel, had Visser met it Doarp Grou nog meters te gaan.
Huizum heeft geen snelheid, verlijert daardoor onder Langweer weg en moet onder de boei door sturen.
Een paar schippers zouden minder tevreden kijken na de titanenstrijd. Lodewijk Meeter bijvoorbeeld. Vertrokken van positie 7 leek hij zich knap te handhaven in de middenmoot. Tot hij de boei in de Folkertsleat kwam. Daar raakte hij onder de zeilen van Langweer en later onder die van Earnewâld en daardoor kon hij twee keer de boei niet halen. Hij ging er onder door en draaide extra rondjes.
Ook Ale Zwerver ging tegen de tonne. Maar dan wel aan de goede zijde. Toch moet je terug, maar daar had hij de ruimte niet voor: hij zat “klem” tussen Earnewâld en Joure. Hij probeerde van alles om snelheid kwijt te raken. Terugkeren naar de ton moest eigenlijk, maar waarschijnlijk kreeg hij van Pietersma en Reijenga toestemming om achteraan te sluiten.
Dan waren er nog twee andere pechvogels. Bij Langweer moest Rienk Zwaga de mast in. De rabanden van het grootzeil zaten bovenin in de knoop. Een kruisrak lang was hij met de reparatie bezig. Auke de Groot werd op een bepaald moment gedwongen de wal in te varen. Hij had geen ruimte meer om te manoeuvreren. Met man en macht en inzet van al het houtwerk slaagden de Súdwesthoekers er in zich vrij te varen, ze zetten de achtervolging in en wisten uiteindelijk Lodewijk Meeter 14de te laten worden.