Veenhoop zware strijd
Op de Veenhoop botst een hoop
Drachten Veenhoop 14 juli 2008 – De echte schippers zullen een wenkbrauw optrekken als ze de kop boven dit stukje lezen. Schepen botsen immers niet, er vinden aanvaringen plaats. Nou, die waren er vandaag volop. En dat terwijl ’s morgens verwacht werd dat het wat een saaie carrouselzeilerij van de ene naar de andere boei zou worden.
Dat carrouselzeilen vond wel plaats, maar het bestond wel uit een spectaculair kruisrak van de boei achter in de Wijde Ee naar de boei bij Hotel Iesicht, en vervolgens een voordewinds terug. En dat uiteindelijk vijf keer.
De schippers hadden het toen ook wel gehad, want in de dikke vlagen hadden zij en hun bemanningsleden het behoorlijk zwaar. Vooral in het begin van de wedstrijd toen de schepen nog dicht bij elkaar zaten.
Woudsend vertrok van startpositie 1 en kwam snel de Ie op, zodat Ype van der Meulen vrij kon zeilen en geen last had van het gekrioel achter zich. Ook Joure kwam goed weg, maar daarna zorgde de achterlijke wind ervoor dat de schepen naar elkaar toe voeren. Het windscherm dat de achterliggende schepen met hun breed uitstaande zeilen legden, werkte weer eens perfect.
En dus arriveerde een groep van zo’n acht skûtsjes vrijwel gelijktijdig in de Stobbehoek. In de gribus die toen ontstond, vonden de nodige aanvaringen plaats en werd schipper Pieter Meeter vanaf het achterdek van het Bolswarder skûtsje de Wijde Ee in gelanceerd. Hij zwom snel bij de boei vandaan, want, zo zei hij later: vanuit het water komen skûtsjes wel heel dreigend op je af. Uiteindelijk viste SKS-voorzitter Bouwe Westerdijk hem persoonlijk uit het water.
Onder het Langweerder skûtsje is in het water Pieter Meeter te zien.
Zo nu en dan zwaar op een oor liggend ploegden de schepen voort. Het publiek genoot, het was een magnifiek gezicht, maar qua wedstrijd viel er geen touw meer aan vast te knopen omdat men niet precies kon vergelijken. Dat als gevolg van de walstart van nummer en het feit dat er langs het finishschip zou worden geëindigd en de geklokte tijd zou gelden.
Wel was al snel duidelijk dat Heerenveen Woudsend zou passeren, misschien niet in de wedstrijd zelf, maar wel in de uitslag. Pieter Brouwer had startnummer 13 en Ype van der Meulen 1. Het verschil tussen die twee was te klein om Ype op 1 te houden.
Inmiddels had Lemmer de problemen met een val geklaard en zette Ale Zwerver een inhaalrace in die er mocht zijn; de Lemsters kwamen van 14 op 10 binnen. En inmiddels was Leeuwarden naar de wal gegaan na een aanvaring waarbij de nodige schade aan het schip ontstond. Jappie Meeter vond verder varen niet verantwoord.
In de mêlee van kruisende schepen en deelnemers die voor de wind naar de volgende boei voeren, kon het niet uitblijven dat die aanvaringen plaatsvonden. Meestal werd het met de mantel der liefde bedekt, maar twee keer zette een schipper wel de vlag: Jitze Mink (Halve Maen) en Auke de Groot (SWH) deden dat. Beiden haalden het dundoek voor de finish weer uit het want.
En dan waren er nog schepen die de boei raakten. Sneek bijvoorbeeld die onder de zeilen van Bolsward in de luwte kwam te liggen en vervolgens tergend langzaam dat merkteken van de baan langs de giek zag glijden en daarna tegen het schip zag klappen. Even zeilde Douwe Visser nog door, maar toen besloot hij terug te keren en opnieuw te ronden. De Snekers werden daardoor zo geïnspireerd dat ze achter Earnewâld als 5de eindigden, 1 seconde voor Douwe Visser van Grou.